If you’ve already enrolled for the Dutch language acquisition course that will be presented on Zoom, you might be curious to know more about your lecturer. Marike Snyman van der Watt chatted with Sabien Van Craenendonck about her interest in languages, the relationship between Afrikaans and Dutch, and her favourite Afrikaans word.
Could you give us a quick summary of your background – where do you hail from, how did you become involved in language-acquisition courses and how did you eventually cross paths with Afrikaans?
Ik kom uit Antwerpen, België. Na mijn studies Germaanse talen aan de Universiteit Antwerpen heb ik een tijdje Engels en Duits gegeven op verschillende middelbare scholen. Dit was een zeer leuke en leerrijke ervaring voor mij was. Toen ik echter in 2006 ook Nederlands aan anderstaligen begon te geven bij Linguapolis, het Taalinstituut van de Universiteit Antwerpen voelde ik nog meer voldoening. Het lesgeven aan anderstaligen die Nederlands willen leren is maatschappelijk relevant en ik voel telkens weer dat ik hiermee op een positieve manier kan bijdragen aan het leven van mijn cursisten. Ik stap iedere keer met veel plezier en goesting het klaslokaal binnen om met cursisten uit alle hoeken van de wereld aan de slag te gaan. Heb ik een klas van 16 cursisten, dan zitten er minstens 14 verschillende nationaliteiten in mijn groep. Dat vind ik fantastisch!
Aangezien mijn partner Zuid-Afrikaanse is, keek ik af en toe uit naar jobs in Zuid-Afrika en toen het Departement Afrikaans en Nederlands van de Universiteit Stellenbosch in 2014 op zoek was naar een lector Nederlands heb ik hiervoor gesolliciteerd. Sinds 2015 combineer ik mijn job in Antwerpen met de opdracht van Lector Nederlands aan de Universiteit Stellenbosch. Tussen 2015 en 2019 woonde ik daarom telkens de helft van het jaar in Stellenbosch. Op dit moment wonen we met onze drie kinderen voltijds in Antwerpen en bied ik van hieruit de cursussen Nederlands aan de US online aan.
The courses you're currently teaching at SU's Department of Afrikaans and Dutch are aimed specifically at mother-tongue speakers of Afrikaans. Are there major differences in your approach to working with Afrikaans speakers learning Dutch compared to working with other students?
Mijn cursussen zijn niet enkel gericht op moedertaalsprekers. De deelnemers hoeven geen moedertaalspreker te zijn maar moeten wel zeer vertrouwd zijn met het Afrikaans en de taal op een goed niveau beheersen.
Ja, er zijn zeker verschillen in mijn aanpak. De kennis van het Afrikaans geeft je een grote voorsprong bij het leren van het Nederlands. Ik wil van deze voorsprong gebruik maken door in mijn cursussen enkel te focussen op wat voor Afrikaanstaligen relevant is. Bepaalde grammaticale regels die voor mijn cursisten in Antwerpen moeilijk toe te passen zijn, zijn voor Afrikaanstaligen heel evident en hoeven dus niet aan bod te komen in de cursus. Ik ga contrastief te werk, ik focus vooral op de verschillen tussen deze twee zustertalen. Een goed voorbeeld hiervan is de spelling. We kijken naar de belangrijkste verschillen tussen de Afrikaanse en Nederlandse spelling. De wetmatigheden worden aangeleerd en kunnen dan worden toegepast op de meeste andere woorden.
What does Dutch offer people who can speak Afrikaans? People frequently think that the languages are so closely related that we can actually understand one another adequately…
Als we duidelijk spreken, kunnen we elkaar grotendeels verstaan. Receptief is er dus niet echt een probleem. Als je als Afrikaanstalige echter zelf Nederlands wil praten, is dat niet evident. Daarvoor zijn de verschillen tussen de twee talen te groot. En als je bijvoorbeeld in een professionele context wil functioneren in België of Nederland is het belangrijk dat je correct Nederlands kan spreken. Of als je hier wil studeren is de kennis van het Nederlands natuurlijk ook noodzakelijk.
Aangezien het Nederlands redelijk makkelijk te begrijpen is, worden de receptieve vaardigheden (luisteren en lezen) in mijn cursus op een hoger niveau geoefend dan de productieve vaardigheden (schrijven en spreken).
What is your favourite Afrikaans word, and what was the funniest misunderstanding you've experienced as a result of false friends?
Laatlammetjie is zeker en vast mijn lievelingswoord, het klinkt zo schattig en ik ben zelf ook veruit de jongste thuis.
Aan een echt misverstand kan ik nu niet dadelijk denken maar vele valse vrienden hebben me al vaak aan het lachen gebracht. Zo zie ik mezelf telkens weer letterlijk boven op de bus klimmen. Bij het woordje “amper" moet ik ook altijd twee keer nadenken, voor ik weer besef, oh ja, het betekent precies het omgekeerde. En toen ik een keer sprak over “mijn kale vriend" kreeg ik wel heel vreemde blikken naar me toegeworpen.
Want to know even more? Read another interview with Sabien HERE.